Ives van Hoorne (founder CodeSandbox): ‘De mindset van Amerikaanse investeerders is compleet anders’
Ives van Hoorne (founder CodeSandbox): ‘De mindset van Amerikaanse investeerders is compleet anders’
Ik weet nog goed wanneer ik de jongens van CodeSandbox voor het eerst ontmoette. Het was tijdens een investor readiness bootcamp van Novel-T die wij hadden georganiseerd (aanmelden voor volgende editie kan hier). Ik vroeg aan de deelnemende ondernemers met welke investeerders ze al contact hadden. Ives somde doodleuk een lijstje op met een aantal Amerikaanse top-VCs; Accel, Kleiner Perkins, Battery Ventures. Shit, dacht ik. Wat kunnen wij deze gasten nog leren?
Het verhaal van de founders van CodeSandbox is een bijzonder, bijna ongeloofwaardig verhaal. Een soort jongensboek waar we nu ongeveer in het hoofdstuk zitten waarin het verhaal echt op gang gaat komen, maar waar je bij de eerste pagina’s al weet dat het een interessante plot wordt.
Ives van Hoorne en Bas Buursma zaten bij elkaar in de klas op de middelbare school en hebben allebei gestudeerd aan de Universiteit Twente. Ives informatica (niet afgemaakt) en Bas industrieel ontwerpen (bijna klaar). Samen zijn zij CodeSandbox gestart, een online code editor, een soort Google Docs voor software developers.
Gisteren maakte CodeSandbox bekend $2,4 miljoen te hebben opgehaald bij Kleiner Perkins, het Nederlandse Arches Capital en nog wat angel investors. Ik sprak Ives en Bas ongeveer twee maanden hiervoor bij mij op kantoor in Utrecht (de podcast van dit gesprek staat hieronder) over o.a. hun ervaringen met fundraising aan beide kanten van de oceaan, het besluiten om te stoppen met de studie om vol overgave te gaan ondernemen en hun tweetrapsraket om van CodeSandbox een miljardenbedrijf te maken.
Een deel van het gesprek is hieronder weergegeven. Voor het hele gesprek verwijs ik je naar de At The Money podcast (beschikbaar op Spotify, SoundCloud en binnenkort ook andere podcast apps).
Hoe is CodeSandbox ontstaan?
Ives: “Na de middelbare school had ik een tussenjaar genomen om bij Catawiki, de veilingwebsite (en succesvolle Nederlandse scale-up), te werken. Bij Catawiki werkten we met ons team aan het omzetten van de oude website naar de technologie van een nieuwe website. Op een gegeven moment ging ik op vakantie en had ik mijn laptop niet bij me. Toen kreeg ik wat vragen van mijn collega’s over code en ik had niet echt een manier om te antwoorden. Ik kon niet zien wat de code deed dus het was lastig om te zien hoe de code werkte. Toen kwam het idee om een codeer-omgeving te bouwen, maar dan in de browser, zodat je er op elk apparaat toegang tot hebt. Dat idee is een beetje blijven hangen.
Ik ging studeren en toen ging ik het idee uitwerken tijdens de colleges. Op een gegeven moment kwam Bas erbij en toen hebben we dat in april 2017 als CodeSandbox uitgebracht als een side project.
Het idee is dat mensen op de website code kunnen schrijven en dat kunnen ze delen met andere mensen. Die kunnen dat weer aanpassen, die kunnen er verder mee gaan, die kunnen ermee doen wat ze willen. Omdat het hele idee draait om het delen van code is het toen best snel gegroeid en populair geworden. Het netwerkeffect. Als iemand iets bouwde, ging hij dat delen. Die mensen gingen er verder aan werken en deelden het dan weer met andere mensen. Toen groeide het uit zichzelf tot een grotere website.
Wanneer kwam dat omslagpunt dat je besloot om te stoppen met je studie?
Ives: “Op een gegeven moment werd ik door Facebook uitgenodigd een internship bij ze doen. Ze hadden CodeSandbox al een aantal keer gezien en toen vroegen ze of ik interesse had om een stage bij ze te doen. Dat was mijn manier om iets achter de hand te hebben.
Als ik was doorgegaan met mijn studie, was ik toch de hele tijd afgeleid geraakt door CodeSandbox waardoor ik weer problemen zou krijgen met leren. Die studie was eigenlijk al gedoemd te mislukken, haha. Ik had niet de discipline om de studie af te maken, alhoewel ik dat een beter plan zou vinden.
Als de stage bij Facebook goed ging, zou ik een aanbieding krijgen om daar te werken. Dan had ik in ieder geval een back-up. Als CodeSandbox niet goed zou gaan kon ik alsnog gaan werken bij Facebook en daar werkervaring opdoen. Dat was dan mijn vorm van een diploma.
“Facebook was mijn back-up plan”
Dus heb ik dat afgelopen zomervakantie voor 3 maanden gedaan in Londen. Ik heb toen een return offer gekregen, maar ja, ik wilde terug naar CodeSandbox. Ik ging er fulltime mee bezig. Toen was het wel hectisch voor een lange tijd. We hadden veel releases klaar staan om mee verder te gaan. Ondertussen waren er ook bedrijven geïnteresseerd om ons over te nemen. Uiteindelijk hebben we besloten dat we voorlopig niet overgekocht willen worden en dat we zelf verder willen gaan.
We waren er zeker van dat we zelf het bedrijf wilden laten groeien. Dan kan je kiezen om te bootstrappen of je kan kiezen voor venture capital.
We hebben het tweede besloten, omdat ons product veel afhangt van developer adoption; dus hoe de developers denken over je product. Wij hechten heel veel waarde aan de community. Zodra we de community hebben, kunnen we makkelijk het product verkopen. Dus onze eerste focus ligt op het vergroten van onze community. Dat betekent dat wij niet zo’n grote inkomstenbron aan het begin zullen hebben. Daarom hebben we funding nodig. Dan kunnen we daarna, zodra we de community groot genoeg hebben, over op een business model voor bedrijven.”
Hoe pakken jullie dat fundraisen dan aan? Vinden Nederlandse investeerders jullie bedrijf überhaupt wel interessant of zeggen ze: ‘kom maar terug wanneer je 50k omzet hebt’? De meeste investeerders zijn toch best wel risico-avers…
Bas: “Dat is toch wel het grote verschil tussen Amerika en Europa.”
Ives: “We hebben wel met Europese VCs gepraat en met Nederlandse angels. Die gaan meteen focussen op het business model en hoe we geld gaan verdienen. Dat is een hele goede vraag om te hebben, want uiteindelijk ga je daarin investeren. Je kan niet voor altijd op funding blijven leven. Alleen het probleem bij ons is, we hebben nog geen bewezen business model. We hebben wel een idee voor business modellen, en die leggen we ook wel voor, maar dan vragen zij: ‘Wat is de data hiervan? Werkt het?’. We hebben nog niet voldoende geëxperimenteerd met business modellen.
Dan aan de andere kant heb je Amerikaanse investeerders. Die gaan meer op populariteit af. Die zeggen: ‘we hebben zelf geen idee hoe het gebied werkt, behalve een oppervlakkig idee. We gaan kijken waar developers enthousiast over zijn, want als die enthousiast zijn, zit er waarschijnlijk ook een hoop geld achter.’ Dat is de Amerikaanse mindset. Compleet anders dan de Europese mindset. Dat is wel een hoger risico, maar je kan er ook veel grotere winst mee halen. Als het goed gaat, heb je opeens een 20% stake in een bedrijf dat miljoenen of miljarden waard kan zijn. Daar vragen Amerikaanse investeerders naar: ‘hoe denk je dat je een miljardenbedrijf kan worden?’”